Door de hitte lukt het mij al weken niet om heel, heel vroeg de wekker te zetten. Ik ben loom, lui en slaap meer dan anders. Jaja, Sara kan niet meer goed tegen de hitte. Verschijnselen die overduidelijk horen bij het bereiken van de middelbare leeftijd. Nu ben ik sowieso al geen ochtendmens, maar om 5.00u opstaan om voor of tijdens zonsopkomst al op de Regte Heide te zijn, lukt me op het moment gewoonweg niet. Al een keer of 2, 3 heb ik wel de wekker gezet maar had ik te weinig ruggengraat om er ook daadwerkelijk uit te gaan. Ik verzet steeds de wekker en ga er om 6.30u toch maar uit om nog vóór de hitte in ieder geval een wat koeler rondje te doen met mijn trouwe viervoeter. Dat ìk een ruggengraat van elastiek heb, daarvan hoeft hij niet de dupe te zijn. Tijdens die korte rondjes heb ik natuurlijk elke keer spijt als haren op mijn hoofd bij het zien van de ontwakende natuur.
Toen donderdag tot laat in de middag de regen ons Brabant nog teisterde èn ik zag dat het die nacht voor het eerst in weken flink af zou koelen, moest ik van mezelf ruggengraat tonen de volgende ochtend.
Die vrijdagochtend gaat de wekker weer om 5.00u. Vastbesloten om dit keer wel te gaan, spring ik meteen mijn bed uit. Mijn oude spijkbroek ligt al klaar. Snel Bolt in de auto, rugtas mee en gaan. Op de klinkerweg richting de parkeerplaats zie ik mijn eerste beloning al: een reegeit steekt de weg over. Wat verderop in het weiland blijft ze even stil staan om naar mij te kijken. Een mooi begin.
Een behoorlijk dikke mistlaag hangt boven de hei en de lucht is al wat oranje en roze van de bijna opkomende zon. Wanneer ik al een eind op weg ben en in de verte de grafheuvels zie, komt de zon al boven de bomen uit. Met de telelens en de macrolens leg ik het mooie landschap vast. Vrijwel meteen begint de mist te bewegen en op te lossen. Even loop ik hierdoor bijna helemaal in de mist.
Ik ben op zoek naar heideblauwtjes, een klein vlindertje dat rond dit tijdstip nog onbewogen aan de stengels van het pijpenstrootje vast zit, wachtend op de warmte van de zon. Op de plek waar er vorig jaar honderden zaten, vind ik er nu met goed zoeken maar twee. Ik stap over op het vastleggen van rupsen. Die zitten er genoeg, getooid met haren en dauwdruppels wachten ook zij op de warmte van de zon in de topjes van de heidestruikjes. Het lijkt wel of ze naar de zon toe reiken.
Hierna besluit ik om toch maar naar de vogelkijkhut te lopen om te zien of de babyklauwieren al zijn uitgevlogen. Het is er niet al te druk, ik ben pas de 3e bezoeker. Ik geniet ook hier zeker een half uur van wat er allemaal gebeurt voor de Tapsmoerhut. Pa en ma vliegen af en aan met eten voor de kleine dreumesen die her en der verspreid in de braamstruik zitten. Een jonge zanglijster kan ik nog net vastleggen voor hij of zij wordt verjaagd door moeder klauwier. Heel even klimt een van de jongen wat hogerop het gebladerte in, zodat hij net zichtbaar is. Als daarna pa en ma samen heel mooi poseren op een van de bovenste bramentakken, is dat een mooie afsluiter. Voor de temperatuur te ver oploopt, wil ik met Bolt al weer bij de auto zijn. Als kers op de taart krijg ik op het bospad op de terugweg nog prachtige zonneharpen voorgeschoteld. Voldaan loop ik terug naar de auto. Onderweg schijnt de zon al behoorlijk warm op mijn huid en zie ik dat Bolt al weer loopt te hijgen. Tijd om snel naar huis te rijden.
Wat een heerlijke ochtend. Laat de vrijdag maar komen.
Blij Ei dat eindelijk vroeg uit de veren kon!!! Het was zeker de moeite dat je het hebt gedaan. Prachtige foto's Miranda😊🤗