top of page

Snoepende goudvinken

Het is woensdagochtend 6.45u en mijn wekker gaat af. Normaal gesproken is dit mijn een van mijn vaste werkdagen in de week waarop we 8 van de 10 x starten met overleg. Vandaag is er geen overleg en mijn eerste afspraak is pas om 10.30u. Tijd genoeg dus om er van tevoren al even op uit te gaan. Toen ik gisteravond Bolt uitliet, zag ik al wat mist verschijnen, waardoor ik goede hoop had op een prachtige ochtend.

Wanneer ik na een snelle boterham vertrek richting heide, kan ik mijn geluk niet op: mist. En niet zo'n beetje ook. In het dorp lijkt de mist al wat te verdwijnen, maar zodra ik Goirle uit rijd en de Turnhoutsebaan oversteek, rijd ik zo de nevel weer in.

Over de Nieuwkerksedijk rijdend, zie ik links van mij de oranje gloed van de zon al boven de weilanden verschijnen.

Na het parkeren van de auto wil ik zo snel mogelijk de heide oplopen, maar Bolt denkt daar duidelijk anders over. Bij elk struikje en takje moet lang worden gesnuffeld en geplast. Hij waant zichzelf duidelijk nog in zijn jonge, goddelijke, testosteron dagen. Na het neerleggen van een heerlijk riekende, dampende, bruine mop, besluit ik om hem toch maar eens even te doen doorlopen.

Aan de hemel, boven de bomen verschijnt dan namelijk al een stukje van de oranje gekleurde zon.

Omdat ik mijn telelens om mijn nek heb, maak ik de meeste foto's van het landschap met mijn Samsung telefoon. Deze foto's zal ik straks nog in een aparte post plaatsen.

Even twijfel ik welke kant ik op zal gaan. Richting de vogelkijkhut, waar dan nog schaduw is, of richting de grafheuvels, het Riels Laag en over de heide weer terug? Vanwege de hoeveelheid mist, besluit ik het laatste te doen.

In de omgeving van de grafheuvels wacht ik tot de zon op is en de oranje gloed van de zon langzaam veranderd in een goudgele gloed. In dat gouden uurtje geniet ik van de volgelopen vennen waar ganzen in dit mooie licht over het water glijden. Achter de ganzen hangt de mist nog boven het water. De nevel beweegt, je ziet het optrekken naar boven. Achter mij hoor ik winterkoninkjes naar elkaar zingen, vinken tjilpen in de bomen boven mij en in de verte roffelen spechten. Ik hoor staartmeesjes, kuifmeesjes en kool- en pimpelmezen. De veldleeuweriken en boompiepers laten ook van zich horen.

Ik besluit 'even' snel richting het Riels Laag te lopen. Dit is precies de periode dat de sleedoorn in de knop gaat en er soms twee koppels goudvinken komen snoepen van deze delicatesse. Elk jaar zijn ze precies in hetzelfde paadje te vinden. Ik hoop dat ik niet te laat ben, want her en der zag ik de sleedoorn al in bloei staan.

Een roodborstje zingt mij uit volle borst tegemoet, duidelijk ook met het voorjaar in de bol. Twee bomen verder hangt een boomklever op zijn kop aan de stam. Hij verraadt zich door zijn kenmerkende, luidruchtige en stuiterende roepjes.

Zodra ik het betreffende pad inloop, hoor ik de goudvinken al. Het is even goed zoeken voor ik ze ook zie zitten. Twee dames en één felgekleurde man. Ze doen zich te goed aan de bloemknoppen. Een minuut of 20 blijf ik rondhangen bij de goudvinken in de hoop dat ze mooi vrij gaan zitten, zodat ik ze in volle glorie vast kan leggen. Helaas blijven ze te goed verstopt zitten en krijg ik ze wel in mijn vizier, maar alleen tussen de takken.

Op de terugweg naar huis haal ik mijn macrolens nog te voorschijn voor een prachtig in bloei staande boom in de wijk.

De lente is begonnen!












9 views1 comment

Recent Posts

See All
bottom of page