Deze week verblijf ik aan de rand van de Veluwe. Net onder de rook van Putten bivakkeren wij in een mooi huisje, midden in de bossen. Dichter bij de natuur kun je gewoon niet zitten. Elke avond lopen de zwijnen door de achtertuin. De mezen, grote bonte spechten, merels, vinken, boomklevers weten ook goed de weg te vinden naar deze bostuin. Af en toe hoor ik een groepje sijzen overvliegen en zie ik ze landen in de lariks achter op het perceel. In de verte laat een buizerd af en toe van zich horen en 1 keer horen we ook een groene specht lachen.
Na een eerste wandeling drinken we een bockbiertje aan de bar van het gezelligste café van Nederland (volgens de barman) waar we spontane, leuke gesprekken hebben met een Sardijn (zeker geen Italiaan!). Gesprekken waarvan ik de helft maar versta. Ook zit er een man uit Liverpool aan de bar die zo goed Nederlands spreekt, dat ik zijn accent niet meteen hoor. We praten over PSV, Ajax, carnaval, Schrobbelèr en de Tilburgse kermis.
Vandaag maken we een extra lange wandeling richting het gehuchtje Drie, waar het Speulderbos ligt met zijn dansende bomen. Het licht is vandaag niet optimaal voor het fotograferen in dit bos, de zon komt er maar af en toe doorheen. Heel jammer want de herfstkleuren van de beuken in dit bos zijn nu bijna op zijn mooist. Ondanks dat er nog heel veel groene bladeren aan de bomen zitten, zijn ook de herfstkleuren al volop aanwezig. Het licht is hier pas optimaal met mist en een doorkomende zon. Zijn deze perfecte weersomstandigheden aanwezig, dan lijken deze kromme en scheve bomen te dansen. Door jarenlang de rechte beuken te kappen voor houtproductie, bleven de beuken met grillige vormen over. Zo zie je maar weer dat minder perfect niet minder mooi is.
Ergens op de route naar Drie moet een houtsnijkunstwerk in de bossen te vinden zijn: Medousa. Een door de storm gevelde Douglasspar werd bewerkt door twee vrije tijds kunstenaars uit Putten. Op internet lezen we dat dit kunstwerk te bewonderen is langs de Nieuwe Prinsenweg. Op naar het gehucht Drie dus, waar die Nieuwe Prinsenweg te vinden is. Wat blijkt: de Nieuwe Prinsenweg is erg lang en we komen er ongeveer in het midden op uit. Wat nu? Links of rechts. We staan samen te twijfelen tot er twee gepensioneerde heren met paard en wagen aankomen. Ze zien dat we zoekende zijn en minderen vaart zodat wij onze vraag kunnen stellen. Zonder nadenken wijzen ze ons in de richting van het dorpje Drie. Google Maps zegt dat het 22 minuten lopen is tot Boshuis Drie, aan het einde van de Nieuwe Prinsenweg. We gaan op pad. Je raadt het vast al: Boshuis Drie vinden we zonder problemen, Medousa is echter nergens te bekennen. Een lunch dan maar. Dat hebben we na deze 8 kilometer wel verdiend. Uiteraard vragen we in het Boshuis of ze weten waar we het kunstwerk moeten vinden, maar ze hebben duidelijk geen idee waarover we het hebben. Dan zit er dus maar 1 ding op: We lopen terug over de Nieuwe Prinsenweg tot we helemaal aan het begin komen. We moeten en zullen nu ook dat kunstwerk vinden. Dat lukt uiteindelijk. Helemaal aan het einde van de weg. Gelukkig schijnt inmiddels de zon en kan ik onderweg nog een paar prachtige herfstfoto's maken. Moe maar voldaan komen we bij het huisje aan. Ik strooi hier en daar nog wat vogelvoer in de achtertuin en laat mezelf buiten op het terras in een stoel zakken met de camera met telelens op schoot. Eens kijken hoe dichtbij de vogels durven komen. Al snel durft vooral het roodborstje dichtbij te komen. Boomklever en Pimpelmees komen qua lef op de tweede plek. De rest blijft voor nu wat meer op afstand. Na een uurtje buiten zitten, krijg ik het koud. Met zere knieën van het zitten na de lange wandeling, loop ik naar binnen om daar de Bullerjam kachel aan te maken. Al snel is het behaaglijk warm zodat ik in de bank aan het bewerken van mijn foto's en het schrijven van dit verhaal kan beginnen.
Comentarios