Terwijl de oorlog in Oekranië door Poetin werd ingezet, vierde Brabant carnaval. Nog geen 2000km verderop raken mensen hun bezittingen en hun huizen kwijt en moeten op de vlucht voor oorlog en geweld. Mannen van alle leeftijden moeten in het leger om te vechten tegen de russen ten einde hun land te redden. Vrouwen en kinderen vluchten alleen, niet wetende of zij hun geliefde ooit nog zullen zien.
Hier in Brabant stond menigeen te hossen op hoempapapa muziek. Uit de luidsprekers schalde 'springen nondeju' van de Snollebollekes. Zelf ben ik, verkleed als vogelverschrikker, ook van de partij. Blij dat er geen maatregelen meer zijn en we weer kunnen feesten, zingen en springen met zijn allen tegelijk. Het zware gemoed dat toch wat op mijn schouders drukt door alle nieuwsberichten, verdwijnt na een paar schrobbelèr met ijs al snel naar de achtergrond. Overdag knaagt toch steeds weer dat schuldgevoel aan mij. Het is bijna alsof ik mij bezwaard voel omdat ik onbezorgd leuke dingen kan doen, terwijl op één dag rijden hier vandaan mensen grote zorgen hebben, op de vlucht zijn, hun leven niet zeker zijn.
Wanneer ik na carnaval voor een zonsopkomst bij de Flaes ben, vergeet ik dat schuldgevoel weer en ga ik op in het mooie moment in de natuur. Vanavond, achter mijn laptop, denkend aan een verhaal, komt dat bezwaarde gevoel weer terug. Hoe kan een mens zoveel haat in zich hebben? Misschien ben ik wel een van de vele dromers, net als John Lennon, die dromen van een wereld zonder grenzen, zonder oorlog, zonder bezit en zonder haat. Van een wereld waarin iedereen elkaar accepteert en lief heeft.
Op TAALig, de pagina van Tanja Helderman lees ik een van haar gedichten die mooi weergeven wat ik wens:
Medicijn
Als ik de liefde kon vangen in een fles en de vrede in een pil
heilzaam drankje helend medicijn dat voor iedereen beschikbaar zou zijn
als ik de liefde kon vangen in een fles en de vrede in een pil
dan slikte ik 'm zonder aarzeling en dronk ik de wereld in één teug weer heel
Comments